NOvA: Tweede Kamer, gebruik voorhangprocedure voor wijziging Penitentiaire beginselenwet
De Nederlandse orde van advocaten (NOvA) stelt dat de voorgestelde wijziging van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) ernstig ingrijpt op het vrij en vertrouwelijk verkeer tussen cliënt en raadsman en daarom op onderdelen zou moeten worden ingetrokken. De praktische uitwerking van de voorgestelde wijziging, bijvoorbeeld over videoregistratie en de bewaartermijnen, gaat bovendien verder dan is te lezen in het wetsvoorstel.
De NOvA heeft recent een advies uitgebracht aan het ministerie van Justitie en Veiligheid naar aanleiding van een consultatieverzoek over het wijzigingsbesluit dat ingaat op de praktische uitwerking van het wetvoorstel. Die uitwerking zou de Tweede Kamer met de minister moeten bespreken. De NOvA attendeert de Tweede Kamer daarom gebruik te maken van een voorhangprocedure.
Kort gezegd houdt dat in dat de Algemene maatregel van bestuur – waarmee een bewindspersoon concreet invulling geeft aan een formele wet – wordt voorgelegd aan de Tweede of Eerste Kamer en dat dit onderdeel van de wet kan worden. Zo krijgt het parlement een grotere zeggenschap over de invulling en uitvoering van de wet.
Cameraregistratie
Dit wijzigingsbesluit maakt dat de inbreuk die door het wetsvoorstel al wordt gemaakt op het vrij en vertrouwelijke verkeer tussen een gedetineerde en zijn raadsman, nog verdergaat en ingrijpender is dan uit dat wetsvoorstel al volgt. De NOvA vindt dat onvoldoende wordt onderbouwd waarom bij de Extra Beveiligde Inrichting en alle Afdelingen Intensief Toezicht gedetineerden categorisch visueel toezicht noodzakelijk is.
Allereerst omdat het voorgestelde visueel toezicht in dit besluit cameratoezicht wordt. De NOvA meent dat in het voorstel van de minister onvoldoende is onderbouwd waarom cameraregistratie noodzakelijk is en waarom niet kan worden volstaan met een minder ingrijpende manier van visueel toezicht (bijvoorbeeld meekijken door een bewaarder). Bovendien mogen de opnames in bepaalde gevallen bewaard worden en volgt uit het besluit dat het voorgestelde toezicht op meerdere momenten mogelijkheden creëert voor verschillende functionarissen om kennis te nemen van beelden van gesprekken tussen cliënt en raadsman. Het OM kan de beelden zelfs vorderen in het kader van een opsporingsonderzoek, zo blijkt uit het besluit. Het voorstel gaat daarmee voorbij aan het principe dat communicatie tussen advocaat en cliënt vertrouwelijk hoort te zijn.
Geen voorstander
Daarnaast merkt de NOvA nogmaals op dat in het voorstel geen enkele afweging plaatsvindt en er niet per gedetineerde individueel wordt getoetst of visueel toezicht al dan niet noodzakelijk is. Iedere onderbouwing voor deze categorische vergaande inbreuk op het beginsel van vertrouwelijkheid ontbreekt. De NOvA blijft een tegenstander van het voorstel van de minister voor Rechtsbescherming en vindt dat er – bij invoering – op zijn minst een individuele beoordeling aan ten grondslag moet liggen.
De praktische uitwerking van het wetsvoorstel leidt concluderend tot verdergaande inbreuken op de vertrouwelijkheid tussen cliënt en advocaat. De NOvA adviseert de betrokken Kamerleden gebruik te maken van een voorhangprocedure, zodat de Staten-Generaal zich ook over de praktische invulling van het wetsvoorstel kan uitlaten.
Meer informatie:
- Wetgevingsadvies: Wijzigingsbesluit penitentiaire maatregel en besluit politiegegevens (6 november 2023)
- NOvA roept Kamer op: kies voor individuele beoordeling bij inperking rechten gedetineerden (7 juni 2023)
- Kritiek Raad van State op wijziging Penitentiaire beginselenwet in lijn met kritiek NOvA (14 april 2023)
- Beperkende detentiemaatregelen zetten vrij en vertrouwelijk verkeer tussen advocaat en cliënt ernstig onder druk (3 januari 2023)