NOvA betwist vergunningplicht AFM
De algemene raad van de NOvA heeft in zijn vergadering van 3 april gesproken over de mogelijke vergunningsplicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) voor advocaten die bemiddelen bij consumentenkredieten (waaronder het treffen van een betalingsregeling).
Volgens de AFM zijn advocatenkantoren vanaf 7 april verplicht om een vergunning aan te vragen. De AFM baseert zich op de Leidraad Consumenten en Incassotrajecten.
De algemene raad van de NOvA betwist het standpunt van de AFM dat advocaten onder de vergunningsplicht vallen. Een advocaat is geen bemiddelaar tussen kredietverstrekker en consument. Een advocaat treedt op als belangenbehartiger voor zijn cliënt en geeft in dat kader juridische bijstand. Deze werkzaamheden van een advocaat vallen niet onder de reikwijdte van de Wft. Bovendien wordt met deze vergunningsplicht AFM-toezicht geïntroduceerd. Dit is strijdig met de inrichting van het toezicht op de advocatuur.
Op 12 april heeft constructief overleg plaatsgevonden tussen de NOvA en de AFM over de gestelde vergunningplicht voor advocaten. Zodra er meer duidelijk is, wordt de balie hierover nader geïnformeerd.