Laatste ontwikkeling toezicht advocatuur
Een meerderheid in de Tweede Kamer heeft bij de stemmingen van dinsdag 18 juni een motie aangenomen van Kamerlid Ellian (VVD) waarin is voorgesteld om het toezicht op de advocatuur én de klachtbehandeling in één hand onder te brengen bij de nieuwe onafhankelijke toezichthouder advocatuur (OTA), binnen de publiekrechtelijke beroepsorganisatie Nederlandse orde van advocaten (NOvA).
Deze opzet wijkt af van de door minister Weerwind oorspronkelijk voorgestelde invulling: hierin was voorzien om het toezicht bij de OTA te beleggen en de klachtafhandeling bij de lokale dekens te houden.
De algemene raad, het bestuur van de NOvA, begrijpt de wens om de klachtbehandeling onder te brengen bij de OTA aldus dat deze wordt ingegeven door de verwachting dat signalen uit klachtbehandeling op effectievere wijze het toezicht kunnen versterken. Zoals uiteengezet in de visie van de algemene raad op de herziening van het toezicht op de advocatuur d.d. 10 maart 2023, zou de keuze om ook de klachtbehandeling bij de OTA onder te brengen, echter meer fundamentele implicaties hebben voor het reeds lang bestaande stelsel van de Nederlandse advocatuur. Met het onderbrengen, naast het toezicht ook van de klachtbehandeling bij de landelijke OTA, zou de historische en breed door interne en externe stakeholders als waardevol geziene rol van de lokale deken in dit stelsel eindigen, net als de institutionele dynamiek die met deze rol gepaard gaat.
Tot een dergelijke stelselwijziging moet volgens de algemene raad niet worden overgegaan over de band van de door minister Weerwind beoogde invoering van een landelijke toezichthouder. Deze vergt meer fundamentele reflectie en een methodologische verantwoording die nu nog ontbreekt.
Het is nu eerst de vraag of de motie zal worden uitgevoerd. Dit is een vraag die door de nieuwe staatssecretaris voor Rechtsbescherming beantwoord zal worden. De oorspronkelijk rond de zomer geplande openbare consultatie van het wetsvoorstel zal later van start gaan, zo is de verwachting. Indien het tot een aanpassing van het wetsvoorstel zal komen, zal de algemene raad inhoudelijke reageren wanneer het betreffende voorstel openbaar wordt en geconsulteerd wordt. Ten behoeve van zijn reactie zal de algemene raad opnieuw belanghebbenden van binnen en buiten de advocatuur betrekken.