Kabinet investeert in rechtshulp
Met een investering van € 154 miljoen laat het kabinet zien dat goede rechtsbescherming voor on- en minvermogenden belangrijk is. De Nederlandse orde van advocaten (NOvA) is verheugd dat de aanbevelingen van de commissie Van der Meer van vijf jaar geleden gerealiseerd worden. Aandachtspunt daarbij is het structurele karakter van de financiering van een goede rechtsbescherming. De NOvA vindt dit noodzakelijk in de situatie dat de complexiteit van het recht en de maatschappij zal blijven toenemen.
Vooralsnog lijkt het een eenmalige bijdrage van het ministerie van Justitie en Veiligheid. In de jaren na 2022 reserveert de minister voor Rechtsbescherming elk jaar minder voor gefinancierde rechtsbijstand. Hij verwacht efficiencywinst van enkele stelselaanpassingen en dringt daarnaast aan op een grotere betrokkenheid van commerciële advocatenkantoren bij het stelsel.
Structurele financiering noodzakelijk
Gefinancierde rechtsbijstand is een overheidstaak. Dat is wettelijk geregeld. De investering van €154 miljoen is daarom een basisvoorwaarde voor een goede toegang tot het recht. Door een combinatie van het achterblijven van een redelijke vergoeding voor sociaal advocaten, de werkdruk en vergrijzing zijn er steeds minder sociaal advocaten beschikbaar voor rechtzoekenden die zijn aangewezen op de gefinancierde rechtsbijstand. Vanwege het ontbreken van een redelijke vergoeding is het ook voor jonge advocaten minder aantrekkelijk om voor dit werk te kiezen. Dit heeft rechtstreekse consequenties voor het aanbod van goede rechtsbijstand voor rechtzoekenden die zelf geen advocaat kunnen betalen. Dit betekent bijvoorbeeld dat een rechtszoekende die wil scheiden, of een conflict heeft met de huurbaas, of die problemen heeft met de werkgever, steeds moeilijker een sociaal advocaat kan vinden. De NOvA blijft zich hard maken dat dit geborgd blijft en dat hiervoor structureel geld wordt uitgetrokken.
Betrokkenheid van commerciële kantoren
De laatste jaren is er een toenemende betrokkenheid van commerciële kantoren bij de sociale advocatuur, ieder vanuit zijn eigen deskundigheid en specialisatie. Dat leidt tot goede initiatieven zoals stagiairs van kantoren zonder toevoegingspraktijk die een deel van hun stage meelopen bij een toevoegingskantoor en daar proceservaring opdoen. Andere voorbeelden zijn commerciële kantoren die ruimtes faciliteren of cursussen en digitale informatiebronnen delen of samen met toevoegingskantoren licenties inkopen. De NOvA stimuleert deze vormen van samenwerking binnen de balie, organiseert bijeenkomsten voor advocatenkantoren waarbij ideeën voor samenwerking opgehaald en gedeeld worden en heeft voormalig algemeen deken Walter Hendriksen aangesteld als kwartiermaker om hier landelijk verder invulling aan te geven.