04-09-2023
Sanne van Oers lid algemene raad NOvA
"De sociale advocatuur verdient meer"
En dat terwijl in bepaalde zaken er steevast tweemaal zoveel tijd aan een zaak werd besteed dan werd vergoed. Dat was in 2019. Is het nu beter? Nee, eigenlijk niet.
De adviezen van de commissie-Van der Meer zijn in 2022 – onder grote politieke druk – alsnog doorgevoerd. Eindelijk kreeg de sociale advocatuur er iets bij. Wellicht dat dit het tij kon keren in de sterk vergrijzende sector. Inmiddels is gebleken dat het nog steeds niet vanzelfsprekend is dat sociaal advocaten een redelijk inkomen kunnen verdienen. Zo heeft de forse inflatie de investering doen verdampen, terwijl de kosten, zoals huur en personeel wél met tien procent zijn gestegen. De vergoeding is dit jaar met maar 0,67 procent geïndexeerd. De sociale advocatuur gaat er dus bijna tien procent op achteruit.
Daar komt bij dat uit het arbeidsmarktonderzoek van Panteia blijkt dat er veel meer nodig is om op langere termijn nieuwe sociaal advocaten aan te trekken. Er zijn jarenlang nauwelijks jonge sociaal advocaten ingestroomd. En dat heeft gevolgen voor het aanbod van rechtsbijstand aan minder draagkrachtigen. Een tekort dreigt en is in bepaalde gebieden al realiteit.
Demissionair minister voor Rechtsbescherming Franc Weerwind heeft voor de zomer aangekondigd dat hij in 2025 opnieuw een grootschalige herijking wil. Daar kunnen we niet op wachten. Er is sprake van een acute zorgelijke situatie. Een directe noodinvestering is nodig. Daarnaast moet de indexeringsformule op korte termijn worden aangepast. De NOvA heeft de vaste Kamercommissie, ter voorbereiding van het commissiedebat sociale advocatuur van 14 september, daarover geïnformeerd. Want de sociale advocatuur verdient meer.