Bureaumedewerkers in coronatijd: thuiswerken, hectiek en voldoening
Sinds het begin van de coronacrisis is (deels) thuiswerken het ‘nieuwe normaal’ voor de meeste medewerkers van het bureau van de NOvA in Den Haag. Tegelijkertijd was het werk, zeker de eerste tijd, inhoudelijk een achtbaan. Twee bureaumedewerkers, beiden actief op beleidsterreinen die vanaf het eerste moment werden getroffen door de coronamaatregelen, delen hun ervaringen.
Esther van den Bosch, beleidsadviseur strafrecht
“Juist in crisistijd opkomen voor het belang van een goede rechtsbedeling”
"Het begon met een telefoontje van de directeur van DJI: de gevangenissen zouden hun poorten gaan sluiten. Zittingen gingen op dat moment nog wel gewoon door, dus mijn eerste vraag was: hoe moeten die zaken worden voorbereid? Niet veel later sloten ook de gerechtsgebouwen. Wat volgde was een lange periode van crisisoverleg en pogingen tot het maken van afspraken met onder meer de Rechtspraak, het OM en het ministerie van Justitie en Veiligheid om het verlenen van rechtsbijstand in coronatijd zo goed mogelijk te laten verlopen."
"Daar hadden we onze handen vol aan. Het was een intensieve tijd, met lange dagen en veel overleg op afstand. Toen de gerechtsgebouwen weer langzaamaan open gingen, ging het gesprek over welke zaken het eerste doorgang zouden moeten vinden, en hoe. Advocaten werden geweigerd terwijl rechter en officier wel in de zittingszaal waren. Videoverbindingen haperden en konden bovendien maar gedurende een beperkte tijd worden gebruikt. Natuurlijk hadden wij begrip voor het feit dat dingen tijdelijk anders gingen, maar een verdachte zijn laatste woord ontnemen omdat de videoverbinding ‘op’ is, dat kan natuurlijk niet. De vrees voor het verder oplopen van achterstanden in het strafrecht begreep ik, maar dat er daarbij zulke concessies werden gedaan aan de rechtsbescherming, dat begrijp ik nog steeds niet."
"In mijn werk als beleidsadviseur op het terrein van het strafrecht zie ik de rechten van de verdachte vaker in de knel komen, ook buiten crisistijd. De nadruk ligt al jaren op vergelding en repressie, op meer bevoegdheden voor de opsporing en minder op rechtsbescherming voor de burger. Ik ben trots op de advocaten die, ondanks de lastige omstandigheden en de belabberde vergoedingen in het stelsel, blijven opkomen voor hun cliënten. Vanuit het belang van een goede rechtsbedeling draag ik daar graag een steentje aan bij, ook in coronatijd.”
Jasper Pruis, beleidsadviseur gefinancierde rechtsbijstand
“Geweldig dat de tegemoetkoming voor de sociale advocatuur is gelukt”
“Het was de afgelopen maanden erg druk op mijn beleidsterrein, de gefinancierde rechtsbijstand. De NOvA spant zich al jarenlang in om verdere uitkleding van het stelsel te voorkomen en voorstellen te doen voor verbetering van de financiële positie van de sociale advocatuur. Toen de coronacrisis uitbrak, de rechtbanken grotendeels dichtgingen en omzetten baliebreed fors daalden, was de vrees gegrond dat dit voor veel sociale kantoren de genadeklap zou zijn. Namens de NOvA was ik betrokken bij de totstandkoming van de Tegemoetkomingsregeling voor de sociale advocatuur die door het ministerie van JenV en de Raad voor Rechtsbijstand in zeer korte termijn is gerealiseerd. Ik vond het geweldig dat het lukte. Als je je realiseert hoeveel bedrijven keihard zijn getroffen door de coronacrisis, dan is het zeer bijzonder dat de sociale advocatuur een aparte regeling kreeg om omzetverlies op te vangen. Ik zie dat als een erkenning van het belang van de advocatuur voor het functioneren van de rechtsstaat. Het is natuurlijk niet zo dat deze kantoren nu allemaal gered zijn, maar de kans op voortbestaan is toch een stuk groter geworden."
"Het coronavirus en de ‘intelligente’ lockdown zorgde op een ander front ook voor veel extra werk. Ik was sinds enkele maanden betrokken bij de pilot Samenwerken in de eerstelijn, een initiatief van de NOvA om – samen met de Raad voor Rechtsbijstand, het Juridisch Loket, Sociaal Werk Nederland en de Vereniging Sociale Advocatuur Nederland – te komen tot betere rechtshulp voor rechtzoekenden. Deze pilot zou in het voorjaar van start gaan op vijf locaties in Nederland, maar moest door corona worden uitgesteld. Een deel van het projectteam viel uit en ik werd gevraagd om de rol van projectcoördinator over te nemen. We hebben met een deels nieuw team de hele zomer hard gewerkt aan het coronaproof maken van het project, om een herstart in september mogelijk te maken. Ik ben er trots op dat dit is gelukt. De pilot is van start gegaan met ruim honderd advocaten en tientallen eerstelijnsmedewerkers. Wat opvalt is hoe goed de onderlinge samenwerking tussen de vijf organisaties is. Hopelijk slaat dit enthousiasme de komende maanden over op de deelnemers op alle vijf de locaties.”