-
1. De minister voor Rechtsbescherming heeft aangekondigd dat er een landelijke Onafhankelijk toezichthouder op de advocatuur (OTA) komt. Wat gaat er veranderen in het toezicht?
Er komt één landelijk toezichthouder die eindverantwoordelijk wordt voor het toezicht op de advocatuur. Het toezicht op de naleving van de Advocatenwet, de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (Wwft), de vernieuwde Sanctiewetgevingen de Wet kwaliteit incassodienstverlening (Wki) wordt bij deze landelijk toezichthouder belegd. In dit voorstel van de minister hebben de lokale dekens geen rol meer in het toezicht.
-
2. Kan de NOvA zich vinden in het voorstel van de minister?
Het voorstel van de minister is in lijn met de visie van de algemene raad van 10 maart 2023. Het bestuur van de nieuwe landelijke toezichthouder bestaat in het voorstel van de algemene raad uit een combinatie van advocaten en niet-advocaten, maar met een meerderheid van advocaten. Met een landelijk toezichthouder wordt het toezicht uniform, effectief, preventief en transparant ingericht. De algemene raad ziet een landelijk toezichthouder als een versterking van het toezicht en als een waarborg om het maatschappelijk vertrouwen in de advocatuur te behouden. Daarnaast heeft de rechtzoekende recht op goede en kwalitatief hoogwaardige rechtshulp waardoor de toegang tot het recht blijvend geborgd blijft. Goed toezicht draagt daaraan bij.
-
3. Hoe ziet de Onafhankelijke toezichthouder advocatuur (OTA) er straks uit?
In het voorstel van de minister bestaat de onafhankelijke toezichthouder advocatuur (OTA) straks uit twee advocaten die vrijgesteld zijn van advocatuurlijke werkzaamheden en uit drie niet-advocaten met een andere expertise. Ook de voorzitter van de OTA zal een niet-advocaat zijn. Deze samenstelling voldoet aan de onafhankelijkheid van de Staat en tegelijkertijd blijft het toezicht binnen de beroepsgroep behouden. De OTA wordt een (onafhankelijk) onderdeel van de publiekrechtelijke beroepsorganisatie NOvA. Daarnaast wordt bij de OTA een centraal loket ingericht voor het melden van klachten en signalen over het functioneren van advocaten.
-
4. Het toezicht blijft binnen de advocatuur. Waarom is dat belangrijk?
Toezicht binnen de advocatuur is de beste waarborg om te zorgen dat vertrouwelijke informatie tussen cliënt en advocaat ook vertrouwelijk blijft na een toezichtinterventie. Cliëntvertrouwelijkheid is een groot goed en daar hoort de Staat geen toegang toe te hebben. De NOvA heeft zich altijd ingezet voor toezicht zonder mogelijke invloed van de staat en zonder doorbreking van de cliëntvertrouwelijkheid. De minister deelt die visie.
-
5. Het toezicht wordt straks niet meer door de lokale deken uitgeoefend. Wat wordt de rol van de lokale deken?
De lokale deken houdt onder andere een rol bij de (controle op) toetreding tot de advocatuur, de verplichte stage voor iedereen die advocaat wil worden, maar ook het behandelen van klachten over advocaten. In het voorstel van de minister komt er één meldpunt bij de OTA waar alle signalen en klachten over advocaten gemeld moeten worden. De OTA verwijst tuchtklachten door naar de lokale deken voor verdere afhandeling. Deze tuchtklachten worden als signaal ook ter beschikking gesteld aan de toezichthouders van de OTA. Op die manier blijft de informatie die uit tuchtklachten afkomstig is beschikbaar voor de toezichthouder. Voor de deken is het ook relevant dat hij bij de behandeling van tuchtklachten informatie van de OTA kan ontvangen. Geregeld wordt dat de dekens en de OTA relevante informatie met elkaar kunnen delen.
-
6. Waarom verandert het toezicht?
In 2015 is met de Wet positie en toezicht advocatuur (Wpta) het toezicht bij de elf lokale dekens belegd. Uit de evaluatie in 2020 kwam een aantal punten voor verbetering van de governance naar voren, zoals het instellen van een landelijk toezichthouder. Een doel van herziening van het toezicht is om het toezicht uniformer, effectiever, preventiever en transparanter te maken. De algemene raad ziet een landelijk toezichthouder als een versterking van het toezicht en als een waarborg om het maatschappelijk vertrouwen in de advocatuur te behouden.
-
7. Wanneer wordt de OTA ingevoerd?
Om een landelijk toezichthouder advocatuur in te voeren stuurt de minister een wijziging van de Advocatenwet naar het parlement. Die wetswijziging wordt in de zomer van 2024 verwacht. De Tweede Kamer zal deze wetswijziging naar alle waarschijnlijkheid in het najaar van 2024 behandelen. Nadat de Tweede Kamer akkoord is met de wetswijziging wordt de wet aan de Eerste Kamer aangeboden voor behandeling. Vanaf het moment dat de Tweede Kamer de wetswijziging behandelt duurt het hele wetgevingstraject ongeveer een jaar. De precieze termijn van inwerkingtreding van de OTA is op dit moment niet precies aan te geven, maar wordt verwacht rond 1 januari 2026.
-
8. Wat gebeurt er tussen nu en het moment waarop de OTA ingevoerd wordt?
De lokale dekens blijven tijdens de overgangsperiode naar de OTA het lokale toezicht uitoefenen. Het college van toezicht zal gedurende deze periode als systeemtoezichthouder blijven functioneren. De minister voor Rechtsbescherming zal, vanuit zijn ketenverantwoordelijkheid, deze overgangsfase faciliteren met een door hem aan te wijzen en te financieren kwartiermaker(s). De algemene raad en de dekens zijn hierbij nauw betrokken, vanuit de rol die zij hebben: de algemene raad als vertegenwoordigend orgaan van de Nederlandse advocatuur, de dekens als toezichthouders met kennis en expertise op dat vlak.
-
9. Hoe ziet de ondersteuning van de OTA eruit?
De OTA wordt een orgaan van de publiekrechtelijke beroepsorganisatie NOvA. Voor de werkzaamheden van de OTA wordt deze organisatorisch ondersteund door een eigen bureau. Medewerkers worden benoemd en ontslagen door de OTA, werken onafhankelijk van de andere organen van de NOvA en leggen alleen aan de OTA verantwoording af.