24-02-2017
Bart van Tongeren oud - algemeen deken NOvA
"Spierballentaal"
Tijdens de conferentie van de International Bar Association in Washington benadrukte juist hij – verantwoordelijk voor het bestrijden van terrorisme, cyberveiligheid, grensbewaking en handhaving van immigratiewetten – het belang van een goed functionerende advocatuur voor een juiste werking van een onafhankelijk rechtssysteem. Dat was nog geen halfjaar geleden… Johnsons inspirerende woorden echoën bij mij nog steeds na, zeker gezien de steeds hogere populistische golven die momenteel tegen de oevers van onze rechtsstaat klotsen.
Ook in Nederland moeten we vandaag de dag helaas constateren dat de politiek en het ministerie van Veiligheid en Justitie te weinig aandacht hebben voor de positie van de advocatuur in onze rechtsstaat. De afgelopen jaren is hierop meer en meer beknibbeld, zowel inhoudelijk als financieel. Als we kijken naar bijvoorbeeld verhoorbijstand en gefinancierde rechtsbijstand heeft de NOvA alle zeilen bij moeten zetten om op de kabinetsplannen voldoende rechtsstatelijk tegengas te leveren. Hoewel deze dossiers nog niet zijn gesloten, hebben we gelukkig wel aansprekende resultaten kunnen boeken. Niet zozeer voor de advocatuur als zodanig, maar uiteindelijk in het belang van een goede toegang tot het recht van iedere Nederlander en goede rechtsbescherming van rechtzoekenden.
Dat er nog genoeg werk te verzetten blijft, blijkt uit het recent verschenen rapport van de Commissie rechtsstatelijkheid in verkiezingsprogramma’s 2017. Hierin laat de NOvA zien in hoeverre de plannen van politieke partijen niet alleen de rechtstaat versterken, maar tegelijkertijd ook indruisen tegen de rechtsstatelijke minimumeisen, of hier zelfs volkomen haaks op staan. Indicatief is dat de term ‘rechtsstaat’ in drie van de dertien doorgelichte verkiezingsprogramma’s geen enkele keer voorkomt. Nog dramatischer wordt het als je zoekt op ‘advocaat’: die term is slechts in drie verkiezingsprogramma’s terug te vinden. De SP springt daar met kop en schouders bovenuit door te stellen dat we ‘zuinig moeten zijn op de juridische beroepen’ en dat ‘betrouwbare advocaten bijdragen aan een betrouwbare rechtsstaat’.
De conclusies van de commissie liegen er niet om. Veertien verkiezingsvoorstellen van vijf partijen hebben een rood vinkje gekregen, beduidend meer dan vier jaar geleden. Daarbij gaat het om beleidsvoorstellen die volgens de commissie regelrecht in strijd zijn met de rechtsstaat. Die variëren van het voorstel om de financiering van moskeeën door buitenlandse overheden te verbieden (CDA), plannen om ‘criminelen’ met een dubbele nationaliteit te denaturaliseren en geen immigranten uit islamitische landen toe te laten (PVV) tot het voorstel om de nationaliteit in te trekken van Nederlanders die zich aansluiten bij een terroristische organisatie (VVD). Commissievoorzitter Wouter Veraart noemt dit alles ‘spierbalmaatregelen’, die vooral inspelen op de onderbuikgevoelens in de samenleving, maar tegelijkertijd de rechtsstatelijke toets echt niet kunnen doorstaan.
Opmerkelijk is verder dat de majeure operatie ‘modernisering Strafvordering’ niet in de verkiezingsprogramma’s voorkomt, met uitzondering van de VVD die dit terloops noemt. Een omissie van formaat! Nergens ook een woord over het verschoningsrecht, een van de kernwaarden in ons rechtsbestel, dat onlangs door staatssecretaris Wiebes in fiscale zaken ter discussie werd gesteld. Ook dat is op zijn minst een rechtsstatelijke misser te noemen. Maar laat ik positief eindigen: afgaand op de verkiezingsprogramma’s lijkt er een voorzichtige kentering te ontstaan als het gaat om de gefinancierde rechtsbijstand. Een trits partijen zegt te willen investeren in de rechtsstaat door de toegang tot het recht voor minder vermogenden te versterken. Zulke ‘spierballentaal’ kan, wat mij betreft, door politici niet vaak genoeg gebezigd worden!